Door Bernadette Heiligers
Officieel heet het de Dag van de Arbeid. Om zich te bezinnen over de rol van arbeid, het recht op arbeid en de plicht tot arbeid. Te vaak is het de dag van de tweespalt. Een verdeeldheid die deels in stand wordt gehouden door een handjevol personen die daar hun bestaansrecht aan ontlenen. Met kreten die soms zo beschimmeld zijn dat hun stemmen er schor van overslaan.
De klase trahadó is een voorbeeld van zo’n term, daterend uit de tijd dat bevolkingsgroepen onwrikbaar aan een vaste trede op de maatschappelijke ladder geklonken waren. De achterstand is voor velen nog enorm. Want met verworven rechten zonder reële kansen schiet men weinig op. Evenmin als met kansen zonder plichtsbesef. Maar bestuurders, ambtenaren, juristen en doctorandussen zijn nu ook zonen en dochters van arbeiders en werksters. Sommigen werken zich het rambam om hun voormalige lotgenoten mee te trekken. Anderen laten zich van hun slechtste zijde zien als ze eenmaal aan macht geroken hebben. Door de klassenmaatschappij bij tijd en wijle uit de mottenballen te halen, houden ze de wrok van de armen gericht op de zombies van weleer.
Hustisia sosial is nog zo’n begrip dat achterstevoren geïnterpreteerd wordt. Eerst profiteren van een onverantwoord personeelsbeleid bij de overheid. Dan verwachten dat de rest van de samenleving voor de gevolgen opdraait om de ambtenarenkolos in stand te houden. Tenslotte op de barricaden springen als het volk door die last naar beneden wordt gezogen. Het wanbeleid van overheden is weliswaar niet de schuld van de vakbonden. Ook mag men niet vergeten dat de bonden er in 1985 vrijwillig mee instemden om de indexering en vakantie-uitkeringen tot 1992 te bevriezen. Maar sindsdien hebben ze, in naam van hustisia sosial, de meeste voorstellen afgeketst om de begroting per 1992 in evenwicht te brengen, te beginnen met de voorstellen in het Rapport Berenschot van 1986, die minder drastisch waren dan wat men nu te verteren krijgt. Vervolgens werd de samenleving in 1992 toch een 14% verhoging van de personeelskosten door de strot geduwd na een langdurige en turbulente staking. Geldt er dan geen hustisia sosial voor die sociale instellingen die nu bij gebrek aan fondsen het loodje leggen? Of voor werknemers in het kleinbedrijf die zonder wachtgeld op straat worden gezet, mede omdat de overheid deze sector meer dan 30 miljoen gulden schuldig is? Of voor patiënten die in het ziekenhuis de meest eenvoudige faciliteiten ontberen?
Misschien kan men in 2001 voor de Dag van de Arbeid terecht bij Paul Rosenmöller, partijleider van GroenLinks in Nederland, die vorig jaar door onze bonden als goede vriend werd binnengehaald. Citaat van dhr. Rosenmöller in het blad Vrij Nederland: “Radicaal betekende vroeger: breken met het verleden om kapitalisten naar de mestvaalt van de geschiedenis te verwijzen. Nu betekent het: creatieve en realistische alternatieve oplossingen aandragen. Ik stel hoge eisen aan de consistentie van onze voorstellen. Het moet wel betaalbaar blijven. Hou je daar geen rekening mee, dan worden het sinterklaasverhalen.”
Hier bij ons schijnt de maan dag en nacht door de bomen.