Christoffel Columbus: “Handelt Uw volk naar de geest van zijn tijd?”

Verschenen in de Amigoe, 17 oktober 1992
Door Bernadette Heiligers

Op 12 oktober 1992, startte officieel de herdenking van de 500ste verjaardag van de ontdekkingsreis van Columbus: de reis die tot de meest ingrijpende verschuivingen op onze aarde heeft geleid. In Latijns-Amerika, het Caribisch gebied en ook op Curaçao, is het niet gepast om de herdenking van deze ontdekkingsreis te vieren zonder kritische kanttekeningen bij de historische interpretatie ervan te plaatsen. In de geschiedenislessen op school, werd Columbus voorgespiegeld als de heldhaftige ontdekker die het begin inluidde van de civilisatie van het Amerikaanse continent. Ondanks deze gunstige voorstelling van zaken, zien velen de komst van Columbus echter als het begin van de uitroeiing van de oorspronkelijke bevolking, de plundering van de natuurlijke rijkdommen van het ontdekte gebied en de oplegging van de Europese cultuur. Anderen spreken liever niet van de herdenking van de ontdekking door Columbus, maar de herdenking van de evangelisatie van dit gebied.

Na 500 jaar valt het niet mee om van het gebeurde een goede balans op te maken zonder meegesleept te worden door eigentijdse redeneringen, sympathieën, antipathieën, en vooroordelen die in de loop van vijf eeuwen over en weer zijn ontstaan. Daarom hebben wij besloten om het een en ander voor te leggen aan de man waar het allemaal om begon: Christoffel Columbus. Admiraal van de Oceaanzee, Onderkoning en Gouverneur van de nieuw ontdekte landen. Bereidt u zich voor op een hels gesprek.

Columbus:
‘Hels gesprek! Welk recht heeft u om mijn rust te verstoren?’

Met alle respect, admiraal Columbus, maar heeft u die vraag ook gesteld toen u 500 jaar geleden de bevolking van San Salvador en Hispaniola begroette?

‘Ach … had ik het niet gedacht. Een kind van de martelarencultuur. U komt mij vertellen dat ik verantwoordelijk ben voor al het leed dat gedurende de afgelopen 5 eeuwen in dit deel van de wereld is geleden. U misvormt de betekenis van mijn ontdekkingsreizen om de chaos van uw heden te rechtvaardigen? Laat me toch met rust.’

Admiraal, uw medewerking aan dit gesprek kan juist waardevol zijn om enige nuanceringen aan te brengen in de tegenstrijdige opinies over uw reizen.

‘Ontdekkingsreizen waren het! En ik zie niet in hoe enige tegenstrijdigheid kan ontstaan over de betekenis van mijn bevindingen. U kunt de geschiedenis niet veranderen, señora. Of het u zint of niet, de maatschappij waar u deel van uitmaakt, is het resultaat van de tocht die ik in 1492 had gemaakt en die het gezicht van de wereld voorgoed veranderd heeft. Het is voortgevloeid uit de zeeroute die ik heb opengelegd tussen Europa en dit werelddeel. Het is een van de grootste gebeurtenissen in de menselijke geschiedenis. Daar kan geen twijfel over bestaan.’

Maar is het wel gepast om te spreken van ontdekkingsreizen van een ‘nieuwe wereld’, admiraal? U trof hier immers mensen aan die al eeuwen in dit deel van de wereld hebben geleefd.

‘Vanuit Europa gezien was dit zonder meer een nieuw continent. En wilt u zo vriendelijk zijn om de zaken niet door elkaar te halen? Het doel van mijn reis was niet om een nieuw werelddeel te ontdekken. Het doel was om vanuit Europa in westelijke richting te varen en op die manier in Azië te komen. U moet namelijk weten, Azië had in die periode een enorme aantrekkingskracht op de koningshuizen in Europa. Producten als zijde, parels en specerijen kwamen al in grote karavanen over land vanuit het verre oosten. De goederen werden in steden opgeslagen aan de oostkust van de Middellandse Zee. Europese handelaren haalden ze op in grote zeilschepen en bij terugkomst werden ze verhandeld in handelscentra als Venetië en Genua in Italië. Zelf ben ik in Genua geboren en als kind was ik al gefascineerd door de drukte aan de waterkant, de machtige zeilschepen en de onbekende landen aan de andere kant van de horizon. Op twaalfjarige leeftijd ben ik al aan boord van een schip gaan werken. De minder ontwikkelde mensen dachten toen nog dat de aarde plat was, maar bij anderen, zoals bij mij, begon het besef door te dringen dat de aarde rond moest zijn. En ik begreep dat het mogelijk moest zijn om over zee in het verre oosten te komen. Dát was mijn bestemming.’

Achteraf gezien lijkt het er toch niet op dat de handel uw enige beweegreden was om die gewaagde reis te maken.

‘De handel was een zeer belangrijke beweegreden. Hetzelfde jaar dat mijn expeditie vertrok, hadden de katholieke Koningen Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië de Moren uit Spanje verdreven. Deze oorlog heeft veel geld en energie gekost en het land had behoefte aan goud en goederen. Tegen de tijd dat de goederen over land uit het verre oosten in Spanje kwamen, waren ze vele malen duurder en was een groot deel verloren gegaan. Er moest een betere manier gevonden worden om aan goud en goederen te komen. Ik begréép die behoefte, en ik heb die aangegrepen om steun te vragen aan de Koning en Koningin van Spanje om mijn hartstocht te kunnen verwezenlijken. Daarnaast speelde natuurlijk het godsdienstige belang. Vooral koningin Isabella was buitengewoon gefascineerd toen ze besefte hoeveel zielen tot het ware geloof bekeerd konden worden. Zonder de steun van deze Spaanse vorstin zou mijn expeditie nooit werkelijkheid zijn geworden.’

Vóór uw vertrek hebt u bedongen dat u en uw nakomelingen de titels zouden krijgen van Admiraal van de Oceaanzee en Onderkoning en Gouverneur van de nieuw ontdekte landen. Is dit geen duidelijk teken dat uw expeditie bedoeld was om de ontdekte landen aan Spanje te onderwerpen?

‘Vooral mijn laatste drie expedities stonden in het teken van de spreiding van de Spaanse macht over de wereld. Dat zou u zeker zo kunnen stellen, ja. Maar als ik zie wat de mensheid in de eeuwen daarna met elkaar en de wereld heeft gedaan, geloof ik niet dat dit een schokkend gegeven hoeft te zijn. Señora, de Spaanse vorsten hebben openlijk gedaan wat heden ten dage onder geraffineerde dekmantels geschiedt. Kijk maar eens rond in uw eigen gemeenschap. De zwakkeren gaan gebukt onder de macht van de sterkeren. Maar zelf kijken ze neer op hen die nóg zwakker zijn, zoals het volk van Haiti, om maar een voorbeeld te noemen, en ook andere volken in dit gebied die nog minder hebben dan zij. Zo is het altijd geweest en zo zal het altijd zijn. Slecht het vernis is door de eeuwen heen veranderd. ‘

Wilt u ons vertellen dat het relatief toch allemaal meeviel wat er 500 jaar geleden op deze eilanden is aangericht?

‘Ik constateer dat wreedheden altijd hebben bestaan en dat ze 5 eeuwen na mijn dood nog steeds bestaan. Alleen tracht men ze nu te rechtvaardigen door nieuwigheden als ideologieën, nationalisme en andere zogenaamd heilige doelen.’

Maar als u die wreedheden destijds in Europa had gepleegd, was u dan ook de geschiedenis ingegaan als één van de grootheden der aarde? Of had men u dan verguisd als de voorganger van Hitler, bijvoorbeeld.

‘Mag ik wel even uitspreken? Ik constateer ook dat mijn expeditie, behalve vernieling en onderwerping van de indianen, ook een nieuwe weg heeft geopend tussen twee werelddelen. Aan u de keuze of u zich vastbijt in de negatieve gevolgen van die ontdekking, of dat u gebruik maakt van de mogelijkheden die die weg ook voor u geopend heeft.’

Ik wil graag even terugkomen op het machtsstreven van de Europese koningshuizen in die tijd. U heeft zelf tien jaar in Portugal gewoond. Heeft u het Portugese hof nooit benaderd voor steun aan uw expeditie?

‘Jazeker. Maar in die tijd was het niet gebruikelijk om wekenlang op zee te varen zonder land in zicht. De toenmalige koning van Portugal, Johan de Tweede, wenste dat risico niet te nemen. Daar komt bij dat hun eigen ontdekkingsreiziger, Bartolomeo Diaz, net in Portugal teruggekeerd was van een succesvolle expeditie rond de zuidpunt van Afrika. Daarmee had Diaz de oostelijke zeeroute naar Indië opengesteld. U zult begrijpen dat wij toen in Portugal niets meer te zoeken hadden. Maar gelukkig had de Spaanse vorstin wel grote belangstelling voor mijn plannen. Zij begreep dat ik door God was uitverkoren. En God heeft mij de overtuiging gegeven dat het mogelijk was om via het westen naar China en Japan te varen.’

En heeft God gelijk gekregen?

‘Ik heb in totaal 4 reizen in westelijke richting gemaakt. Ik heb altijd in de overtuiging geleefd dat ik in Indië terecht ben gekomen. Dat bleek dus niet zo te zijn. Ik heb ook nooit beweerd dat ik de ontdekker van een nieuwe wereld zou zijn. De term ‘nieuwe wereld’ werd voor het eerst gebruikt door de Italiaan Pietro Martire, die aan de hand van mijn reisverslagen het vermoeden kreeg dat ik nooit in Azië ben aangekomen. Pas na mijn dood is men mij gaan beschouwen als de ontdekker van de nieuwe wereld. Historisch gezien vind ik dat trouwens zeer juist, zeer juist.’

Er zijn inmiddels geschriften die aantonen dat er velen vóór u waren. Men noemt bijvoorbeeld de Noormannen, die vijf eeuwen vóór u, van Noorwegen naar de kust van Canada zijn gevaren, of de Phoeniciërs, of zelfs de …

‘Maar hebben hun reizen enige invloed gehad op de ontwikkeling van de mensheid, op de verspreiding van het Christendom en op de opkomst van het Amerikaanse continent? Laat me niet lachen! Het belang van een ontdekkingsreis is niet dat je op een onbekende kust belandt en vervolgens geen enkele spoor achterlaat. Het succes van mijn reis en van mijn zorgvuldige documentatie was dat ik een zeeroute heb geopend tussen twee werelddelen waar de hele mensheid later gebruik van heeft gemaakt. Dát heeft niemand vóór mij ooit gedaan.’

Over de mensheid gesproken, admiraal Columbus, uw eerste aankomst in dit gebied betekende dat twee zeer verschillende civilisaties elkaar voor het eerst ontmoetten.

‘Dat kan je zo stellen, ja. Het eerste eiland dat wij aandeden behoorde tot de eilandengroep die u Bahamas noemt. De bevolking die wij daar aantroffen noemde het eiland Guanahani, maar Ik heb het San Salvador gedoopt, als dank aan de goede God die ons bij de overtocht heeft geleid. Ik dacht dat het eiland vlak voor de kust van India lag en daarom hebben wij de bevolking ‘indianen’ genoemd. Ik heb begrepen dat het Arowakken waren, een vredelievend volk. Sommigen hadden gouden ringen aan hun neus hangen, en u zult wel begrijpen dat wij … eh … zeer geïnteresseerd waren om te weten waar dat goud vandaan kwam. Zij wezen naar het zuiden en wij begrepen dat wij alleen per schip bij het goud konden komen. Wij hebben enkele indianen gevangengenomen om ons de weg te wijzen en zo zijn we bij Cuba en Hispaniola beland. Op Cuba was niets veel bijzonders te zien, maar op het eiland dat nu is opgesplitst in Haiti en Santo Domingo, hadden de indianen iets grotere voorraden goud bij zich. Dat groene, heuvelachtige eiland leek zoveel op Spanje dat ik het ‘Hispaniola’ heb gedoopt. Het was een prachtig eiland, maar heel veel rijkdom was er niet te vinden. De rijkdom lag bij de indianen op het vasteland van Midden- en Zuid-Amerika. Nog steeds heb ik geen rust als ik bedenk dat ik de kust van Venezuela voorbij ben gevaren zonder het vasteland te verkennen. Vandaag de dag is heel dat continent genoemd naar Amerigo Vespucci, die deel uitmaakte van de expeditie van Alonso de Ojeda. Kunt u nagaan, señora, zeven jaar later hebben zij de oceaanroute gevolgd die Ik in 1492 voor het eerst gevaren heb. En nog wordt Vespucci iedere dag herdacht als naamgever van Amerika.’

Admiraal Columbus, u vertelt net dat u die vredelievende indianen gevangen heeft genomen om u de weg naar het goud te wijzen. Heeft u daarmee niet het patroon gelegd voor de toekomst van dit gebied? Een toekomst van slavernij en onderwerping aan de Europeaan?

‘Señora, de oorspronkelijke bevolking van dit gebied bestond niet alleen uit vredelievende Arowakken. Weet u soms niet naar wie de Caribische Zee is genoemd? De Cariben waren een varend volk dat vanuit hun kano’s brute aanvallen op andere stammen pleegden. En op het vasteland van Midden- en Zuid-Amerika, waar ik zelf helaas nooit voet aan wal heb gezet, speelde oorlog een belangrijke rol. Met name de macht van de Azteken die rond 1500 een hoogtepunt doormaakte, berustte voor een goed deel op veroveringen van andere stammen.’

Toch was er sprake van een bloeiende cultuur van verschillende stammen onder de oorspronkelijke bewoners. Maar sinds de zeeroute tussen Europa en dit gebied werd opengelegd, admiraal, werden die culturen binnen de kortste keren verwoest en de oorspronkelijke bevolking zelfs uitgeroeid. Als u daarop terugkijkt, is het dan niet begrijpelijk dat men er moeite mee heeft om de 500ste verjaardag van uw reis te vieren?

‘Hypocrieten zijn het! Mij willen ze niet herdenken. Maar omdat ze niet om deze historische datum heen kunnen, hebben ze de vieringen in het licht geplaatst van de evangelisatie van dit continent. Vijfhonderd jaar christendom. Laat me niet lachen. De invoering van het christendom ging gepaard met de uitroeiing van de indianen. Wie de evangelisatie van dit gebied viert, viert indirect maar onherroepelijk ook de uitroeiing van de oorspronkelijke bevolking van dit continent. Maar dan zoals het in deze tijd gebruikelijk is, hè? Onder een mooi dekmantel.’

Zelfs al zouden wij uw expeditie feestelijk herdenken, admiraal, wat moeten wij doen met feiten als de Europese kolonisatie die uw komst heeft ingeluid, of de onderdrukking van andere volken in naam van Europese koningshuizen?

‘Moet u luisteren, señora … In de tijd dat ik mijn eerste expeditie voorbereidde, was het praktisch onmogelijk om gewone zeevaarders voor dit avontuur te porren. De meeste mensen in die tijd dachten dat de aarde plat was en dat wij er onherroepelijk vanaf zouden vallen als wij in westelijke richting zouden varen. De enige mensen die mee wilden, waren criminelen die deze reis verkozen boven een leven in het gevang. Het waren ruwe types die misschien eh … te onzorgvuldig met de oorspronkelijke bewoners waren omgegaan. Maar er waren toen al mensen die het niet eens waren met de gang van zaken. Bisschop Bartolomé de las Casas bijvoorbeeld, die in 1502 op een van mijn latere expedities meeging, was ook zeer geschokt over de verwoesting en uitroeiing van indianen op die eilanden. Hij schreef daar een lange brief over aan de Koning en Koningin van Spanje, want hij kon zich niet voorstellen dat deze brutaliteiten in naam van de Spaanse kroon konden plaatsvinden. Misschien kunt u dus wel zeggen dat het begin van deze grote ontdekkingsreis verschillende eh … schoonheidsfouten had.’

En heeft het Caribische gebied reden om te juichen over de jaren die daarop volgden? Is het uiteindelijke resultaat geen mengeling van volken die op ongelijke voet en tegen wil en dank met elkaar moeten samenleven?

‘Ik zou er veel begrip voor hebben als u had geprobeerd de slachtoffers van vroeger af te schilderen als de helden van nu. Maar er is niets wat mij met meer minachting vervult dan tekenen van een martelarencultuur: een weerzinwekkende gewoonte om zich aan zijn status van martelaar vast te klampen om vooral niet verantwoordelijk te worden gesteld voor het eigen falen. Mag ik u misschien verwijzen naar het Noord-Amerikaanse continent? Gedurende de hele 17de en 18de eeuw hebben de Spanjaarden, Nederlanders, Fransen en Engelsen elkaar in dat werelddeel op onbarmhartige wijze bestreden. Ze hadden allen een eigen taal, een eigen geloofsovertuiging en een eigen toekomstbeeld. Uiteindelijk hebben ze zich ondanks hun tegenstellingen aan elkaar opgetrokken, ze hebben van elkaar geleerd en een machtig land opgebouwd.’

Maar zij zijn toch uit vrije wil naar dat continent gegaan? Is het niet anders voor de bevolking van ons gebied die voor een groot deel onder dwang bij elkaar is gebracht?

‘Voor de eerste generatie geldt dat zeker, ja. Maar voor beide groepen geldt dat hun nageslacht er niet voor gekozen heeft om zich in den vreemde te vestigen. Luister, señora. Zoals ik u al vertelde, begon ik mijn expeditie om in China, en vooral in Japan te komen. Helaas is dat mij niet gelukt. Maar vanuit mijn rustplaats heb ik de opzienbarende ontwikkelingen in dat land gevolgd., Tot in 1853 was Japan hermetisch voor het westen gesloten. Het land kende een enorme vreemdelingenhaat en ieder contact met het westen werd in de kiem gesmoord. Maar in 1853 stuurde Noord-Amerika een vlooteskader naar Japan met een opdracht van de Amerikaanse president om handelsbetrekkingen aan te gaan. Japan had geen keuze en stelde zich onder dwang open. Ze zijn echter niet in hun martelarenrol blijven hangen. Ze hebben ervoor gekozen om beter en sterker te worden dan hun Amerikaanse belagers. Maar weet u, als u het fijn vindt, mag u mij gerust beschouwen als de grote boosdoener van de vijftiende eeuw. Verguist u mij maar als symbool voor de hebzucht en de arrogantie van Europa. Misschien … misschien hebt u wel gelijk. Maar Ik heb gehandeld naar de geest van mijn tijd. Begrippen als sociaal gevoel en medemenselijkheid waren in die tijd bij ons niet ontwikkeld. Dat zijn ze tegenwoordig wel. Maar handelt uw generatie naar de geest van uw tijd? Wat heeft uw land, uw volk, van de samenleving gemaakt? Denkt u daar maar eens heel rustig over na.’

Dit geënsceneerde vraaggesprek met Christoffel Columbus werd op 12 oktober 1992 uitgezonden op Radio Paradise, op initiafief van de toenmalige directeur Jac Visser.
Tekst en inhoud van dit programma werden verzorgd door Bernadette Heiligers, die ook het gesprek met Columbus voerde. De rol van Columbus werd gespeeld door Phillip Rademaker. De bewerking van dit vraaggesprek verscheen op 17 oktober 1992 in Ñapa, de weekendbijlage van de Amigoe.