Een volk op stelten

Door Bernadette Heiligers

Wie pater Amado Römer hoort preken moet wel een zoutpilaar wezen om niet op zijn minst geboeid te raken, zeker vanwege zijn gewoonte het geweten van zijn toehoorders ongemerkt binnenstebuiten te keren. Vooral mensen voor wie het leven slechts overleven is, voelen haarzuiver aan hoezeer hij met hun lot begaan is. Maar juist die geloofwaardigheid maakt het bezwaarlijk als hij in zijn toespraak bij de 1 mei viering in de Santa Famia kerk, projecten als de mega pier en grote hotels als ‘wereldse nonsens’ afdoet. Vooral als we die nonsens tegen het licht houden van wat in het leven echt belangrijk is: een menswaardig bestaan voor iedereen, met aandacht voor sociale zorg en spirituele ontwikkeling. Want daar begint het gedonder meteen.

Een menswaardig bestaan hangt immers ook af van materiële zaken zoals werkgelegenheid, een constant inkomen en deviezen (onder andere door toeristen meegenomen) om levensbehoeften te importeren. Ook voorzieningen als onderstand, gezondheidszorg, bejaardenopvang, onderwijs en de bevordering van cultuur, zijn afhankelijk van plaka. Verheffend klinkt het zeker niet en op schrift staat het helemáál banaal. Maar de eisen die we aan de kwaliteit van het leven stellen, stuiten steeds op poen, poen en nog meer poen; veel meer dan wat we kunnen opbrengen door samen broederlijk voor de geiten te zorgen.

Te lang weigerde men de wisselwerking te zien tussen economische welvaart en het sociaal welzijn van de burger. Niet de vele onrechtvaardigheden binnen die relatie werden aan de kaak gesteld, maar de economische krachten zelf werden tientallen jaren in het verdomhoekje gegooid. Bewustmakers betoogden in les 1 dat het Boze Kapitaal moet worden uitgeroeid en stelden in les 2 dat men een hogere levensstandaard moest opeisen. Er werd zelden bij verteld dat men eerst voor de bron moet zorgen voordat men over de verdeling van het water kan kibbelen. Ironisch genoeg werd de zogenoemde kleine man door deze zienswijze nog kleiner gemaakt. Hij leerde arbeid als een noodzakelijk kwaad zien dat bestreden of ontweken moest worden. Aldus begonnen wij te lijken op een volk op stelten, met hoge materiële eisen maar zonder binding met de realiteit om daar de basis voor de leggen.

Nu pakken duizenden mensen ontmoedigd hun koffers om in den vreemde desnoods als ongewenste burgers hun geluk te beproeven, terwijl honderden uit omringende eilanden de kansen komen oppakken die zij hier laten liggen. Niet dat die kansen benijdenswaardig zijn. Maar in de vele praatprogramma’s op de radio wordt steen en been geklaagd over de ‘arme donders die hier blootsvoets aankwamen en nu over onze ruggen heen een goed bestaan opbouwen.’ Zo te horen is het dus wel mogelijk om na een moeilijk begin vooruit te komen.

Bewustwording is een delicaat proces. De botte onwil en arrogantie van sommige economische voortrekkers om rekening te houden met het algemeen belang is één ding. De onwrikbare relatie tussen economische welvaart en het sociale welzijn van de mensen is een ander ding. Het zou onze samenleving goed doen als we dat onderscheid leren maken. De doorgaans kritische steun van pater Amado Römer voegt daar dan alleen iets moois aan toe.