Rol van Nederland in IMF-traject Antillen

Door Bernadette Heiligers

In zijn brief van 28 januari 2003 aan de voorzitter van de Tweede Kamer, schetst de demissionaire minister van Koninkrijksrelaties Johan Remkes zijn visie op de rol van Nederland in het saneringsprogramma waaraan de Nederlandse Antillen in 1995 begonnen zijn in overleg met het Internationale Monetaire Fonds (IMF). Remkes’ betoog sluit echter niet aan bij de praktijk.

Praktijk

In zijn brief aan de Tweede Kamer schrijft de minister: “Nederland heeft zich bereid verklaard tot het beschikbaar stellen van liquiditeitssteun aan de Nederlandse Antillen, indien het IMF hierom gedurende (sic!) de looptijd van een structureel aanpassingsprogramma zou verzoeken.” Hoe anders het in de praktijk ging, bevestigde minister Remkes in oktober 2002 in een geautoriseerd interview met journalist Ton de Jong voor de Geassocieerde Persdienst. Daarin herhaalt de minister wat voormalig Staatssecretaris Gijs de Vries tientallen malen heeft verkondigd: “Geen begrotingssteun zonder IMF-akkoord”. Van IMF-akkoord is alleen sprake nadat aan álle voorwaarden is voldaan. De harde afspraak om het saneringsproces gedurende de looptijd te ondersteunen, werd vanaf december 2000 eenzijdig door Nederland veranderd in een alles of niets beleid.

Sprekende feiten

Uit een brief van IMF d.d. 23 februari 2001, blijkt dat het Nederlandse alles-of-niets beleid niet strookt met de geest van het IMF-programma. Een citaat: “While budgetary and financial discipline is essential to build confidence it is not likely by itself to be sufficient to generate an economic recovery. Rapid and unwavering progress in other areas is equally needed and feasible. These include initiating public investment projects with Dutch financial assistance.” In de Executive Board Meeting van 7 mei 2001 verklaarde IMF Executive Director De Beaufort Wijnholds dat Nederlandse begrotingssteun zou volgen “as soon as the Netherlands Antilles have begun implementing the required sound economic policy measures, as recommended by Funds staff”. De onverbiddelijkheid van Nederlandse zijde bleek des te meer toen De Beaufort Wijnholds tijdens een kort bezoek in Willemstad op 17 augustus 2001 verklaarde dat de Antillen op een haar na aan alle IMF-voorwaarden hadden voldaan. Op 10 december van dat jaar herhaalde voormalig Staatssecretaris Gijs de Vries echter in een brief aan de Tweede Kamer dat de Antillen er wat hem betreft nog niet zijn.

Tastbare en niet-tastbare gevolgen

De Nederlandse rol in het Antilliaanse IMF traject heeft het structureel saneringsprogramma ernstig bemoeilijkt. De afgesproken Nederlandse steun mag immers beschouwd worden als een equivalent van de gebruikelijke financiële injecties die de Wereldbank aan onafhankelijke herstellanden verstrekt gedurende de uitvoering van IMF-herstelprogramma’s. Het uitblijven van die steun aan de Nederlandse Antillen leidde tot een neergaande spiraal, waarbij de drastische bezuinigingsmaatregelen – vanwege de kleinschalige economie – tot verdere sociaaleconomische verslechtering leidden. Dat maakte dan weer meer bezuinigingsmaatregelen nodig om de begroting in orde te krijgen. (Ter illustratie: alleen al de doorgevoerde reductie van het ambtenarenapparaat met 35%, komt omgerekend naar Nederlandse schaal neer op 160.000 ontslagen.) Het IMF-akkoord met de daaraan verbonden Nederlandse steun, kwam daardoor steeds verder uit beeld te liggen. Een niet-tastbaar gevolg van deze ontwikkeling was dat velen op de Antillen “verantwoordelijk bestuur” voortaan zouden associëren met werkeloosheid en misère. Een voortzetting van dit traject op de oude voet is daardoor niet realistisch.

Hoop

De ontmoeting in Den Haag op 31 januari j.l. tussen de Nederlandse en Antilliaanse premiers Jan Peter Balkenende en Etienne Ys, geeft hoop op een meer realistische en pragmatische visie van beide landen op de rol van het IMF bij het saneringsprogramma en herstructureringstraject in de Nederlandse Antillen. Hoopvol is ook de Kamermotie Rosenmöller/Van Oven, waarbij de nadruk niet langer gelegd wordt op een IMF-akkoord, maar op een blijvende betrokkenheid van het IMF bij de samenwerking tussen Nederland en de Nederlandse Antillen, om tot creatieve oplossingen te komen van de problemen en vooral ook om eindelijk uit de huidige vicieuze cirkel te raken.

 

Voor nadere informatie:

Dr. Louis Emmerij
Voormalig President van het OECD Development Centre te Parijs en Speciaal Adviseur van de President, Inter-American Development Bank te Washington.