In gesprek met Bernadette Heiligers over haar biografie van Pierre Lauffer
Antilliaans Dagblad, 2 februari 2013
Caraïbisch Uitzicht (werkgroepcaraibischeletteren.nl)
Tekst: Margo Groenewoud
Afgelopen najaar verscheen bij uitgeverij In de Knipscheer Pierre Lauffer, het bewogen leven van een bevlogen dichter. “Schrijven was het makkelijke deel,” vertelde biografe Bernadette Heiligers-Halabi bij de drukbezochte boekpresentatie in hotel Avila. Nieuwsgierig geworden naar de zoektocht en overwegingen die voorafgingen aan het schrijven, ging ik in gesprek de auteur.
Het was voor Heiligers voor het eerst dat zij een biografie schreef. Om die reden heeft zij er lang over nagedacht, zelfs enkele jaren. In die periode was ze veel in gesprek met Sidney Joubert en Lucille Berry-Haseth, bestuursleden van de Fundashon Pierre Lauffer, over de biografie die er moest komen. “Het lag in de verwachting dat ik die zou schrijven, maar ik twijfelde,” memoreert Heiligers. “Tot Lucille me subtiel duidelijk maakte dat mensen die Pierre hadden gekend zouden komen te overlijden. Op dat moment heb ik de knoop doorgehakt en er serieus tijd voor ingeruimd.”
Over de persoon Lauffer wist Bernadette eigenlijk weinig. De opdrachtgever, Fundashon Pierre Lauffer, gaf haar alle ruimte voor haar ontdekkingstocht. Die ruimte bleek verre van overbodig. “Ik was echt flink van mijn stuk gebracht door alle dingen die boven kwamen over zijn leven. De stichting heeft me helemaal mijn gang laten gaan en me geen strobreed in de weg gelegd, nooit.” Volgens Heiligers is dit een grote verdienste geweest. Door de ruimte die ze kreeg, maar ook door de onbegrensde coöperatie van iedereen die zij benaderde, lukte het haar om een genuanceerd en rijk beeld te ontwikkelen.
Recensenten zijn het er unaniem over eens dat het resultaat succesvol is. De biografie heeft diepgang, is uiterst evenwichtig en menselijk, met een degelijke en knappe onderbouwing. Daarmee is het boek aangenaam en interessant om te lezen, maar bovendien van grote waarde voor de toekomstige bestudering van het leven en werk van deze belangrijke Curaçaose schrijver.
In het onderzoeks- en schrijfproces heeft Heiligers zware momenten meegemaakt, en veel, heel veel, door de kamer ‘geijsbeerd’. Er kwam veel op haar af dat haar verwonderde, verbaasde, wat ze niet kon plaatsen. Dat begon al aan het begin, toen iedereen die zij sprak Lauffer memoreerde als een djòli gai, een joviale vent, altijd leuk, attent, wars van conventies. Voor Heiligers kon dat niet alles zijn, er moest een andere kant zitten aan wellicht de grootste dichter die ons taalgebied ooit heeft gekend. De deur naar die andere kanten van Lauffer werd onverwacht opengezet door een oude buurtgenoot, Henky Gummaris, die nota bene eerst niet eens met Heiligers wilde spreken, denkend dat hij toch niets te melden had. Toen Bernadette doorvroeg vertelde hij schuchter dat hij eigenlijk bang was geweest voor – zoals hij het had ervaren – die vreemde jongen die altijd maar wat zat te tokkelen op zijn gitaar en afdwong dat iedereen stil was. Die uren in de lucht kon staren, in diepe gedachten verzoeken, en die dan zomaar in de mondi achter het kerkhof verdween. “Dat was het moment dat ik wist, nu kom ik ergens!” Heiligers sprak met alle geïnterviewden meerdere keren, en nam deze nieuwe perspectieven mee. Langzaam werd het beeld verrijkt, vertelden mensen over andere kanten van de djòli gai.
Bernadette Heiligers begon haar onderzoek met een duidelijk stappenplan. Daaraan ten grondslag lag de sturende vraag in hoeverre het oevre van Lauffer samenvalt met zijn leven, en wat dit zegt over de samenleving waarin hij opgroeide. Haar eerste stap was om – nog niet beïnvloed door de verhalen van anderen – het volledige werk van Lauffer te herlezen. Hier destilleerde zij de grote thema’s uit die zij tot leidraad maakte in het onderzoek en in de biografie: vaderlandsliefde, het Papiaments, de liefde voor de zwarte vrouw, de natuur en God.
Vervolgens ging zij met mensen in gesprek die Lauffer hadden gekend. Bij de uitwerking van de gesprekken maakte ze een ordening naar thema, en plaatste daar vervolgens haar eigen bevindingen bij, bijvoorbeeld zaken die ze had geproefd, of interessante combinaties van gegevens. Als vierde stap ordende ze haar thematische materiaal chronologisch, zodat het beeld een heldere verhalende lijn kreeg. Pas daarna, als vijfde en laatste stap, opende ze de dozen met archiefstukken, zoals brieven en artikelen. Dat maakte de cirkel rond, zoals gehoopt. “Ik kreeg bijvoorbeeld een artikel in handen van Pierre dat prachtig mooi, maar wat cryptisch was. Op datum zocht ik er zijn werk en levensfase bij en verdraaid, het kon niet anders dan dat hij eigenlijk over zijn eigen gezinssituatie schreef.” De sturende vraag – samenhang tussen leven en werk – had niet alleen invulling, maar ook kleur en diepte gekregen.
Opmerkelijk genoeg wilde iedereen in gesprek met de auteur. Bernadette nam de tijd om een vertrouwensband op te bouwen. Met name met de kinderen van Lauffer uit zijn eerste huwelijk was dat nodig. Lauffer heeft het zijn gezin bepaald niet gemakkelijk gemaakt. Zijn eigengereide en dwarse wijze van in het leven staan had als consequentie dat het gezin niet zonder steun van familieleden kon draaien. Voor zijn eerste vrouw, moeder van negen kinderen, was deze pil bitter en zwaar, niet in de laatste plaats omdat zij tegen de wens van haar familie met Lauffer in het huwelijk was getreden. De sfeer in huis liet regelmatig veel te wensen over, en incidenten waren niet van de lucht. Maar tegelijkertijd was Lauffer een strenge maar ook zeer toegewijde vader die – zeker voor het Curaçao in die tijd – uitzonderlijk veel aandacht had voor zijn kinderen. Ontroerend zijn in dat opzicht de fragmenten in de biografie over de kampeerweekenden op Jeremie, waar de familie zo puur en eenvoudig mogelijk van de natuur genoot.
“Door deze eerlijke en rijke aanvullingen begon de puzzel langzaam in elkaar te vallen. Ik moet eerlijk toegeven, ik heb regelmatig gewanhoopt door de complexiteit en de tegenstrijdigheden, maar op een gegeven moment zag ik de lijn. Eigenlijk kun je alles waar Lauffer voor staat, al zijn eigenaardigheden, terugbrengen op een ding: zijn onvermogen om te gaan met alles dat niet echt is, niet authentiek, niet puur. Het verklaart zijn lastige kanten, maar ook zijn liefdes. Daarbij komt dat hij uiterst consequent is in zijn doen en laten. En dus ook loyaal. Had Pierre je eenmaal in zijn hart gesloten, dan bleef je daar. Hij was dan zeer charmant en attent.”
Twee jaar heeft het werken aan de biografie gekost. De zorg van Lucille Berry-Haseth dat mensen zouden komen te overlijden is gelukkig tijdig door haar geuit. De enige die Heiligers echt in dit proces heeft gemist, is de in 2010 overleden monsigneur Amado Römer, die vriend en biechtvader van Lauffer was. “Ik heb Amado Römer gelukkig wel gesproken over Lauffer”, blikt ze terug, “maar wat zou ik graag met hem hebben willen reflecteren over mijn bevindingen.” Van hem komt een van de mooiste uitspraken in de biografie: “De Heer stuit op een harde dobber als hij over Pierre moet oordelen”.
Nu de biografie af is, is voor Heiligers het werk echt klaar. Ze heeft gedaan wat ze haar opdrachtgever heeft beloofd: het leven en het werk van Lauffer samenbrengen dusdanig dat de sfeer van de Curaçaose gemeenschap in de periode van zijn leven goed aan bod komt. Een enorme zoektocht en een lastige puzzel, met als resultaat een verhalende biografie. Deze vorm heeft ze bewust gekozen, waarbij ze zelf uiterst op de achtergrond blijft. Over de positieve reacties is Heiligers aangenaam verrast, maar over haar rol als biografe blijft ze bescheiden. “Het belang van het boek voor toekomstig onderzoek bijvoorbeeld, ik moet je eerlijk zeggen, ik heb er nooit echt over nagedacht. Ik heb mijn werk gedaan en nu bied ik het aan. Dat is hoe ik mijn rol zie, als een aanbieder. Verder niets…”