Door Bernadette Heiligers
Nog drie columns, dan zit het er weer op. Ongelooflijk, dat je de lezer zomaar mag lastigvallen met je eigen gedachtenspinsels. En dat alles dankzij artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “Eenieder heeft het recht op vrijheid van mening en meningsuiting.” Zo werd de basis voor de persvrijheid gelegd, hetgeen behalve prettig voor de pers vooral ook van levensbelang is voor een democratie. Hoe zou een volk zich zonder informatie moeten regeren? Toch lijkt het alsof dat grote belang tegelijkertijd de grootste strop voor de democratie kan worden.
Ten onrechte wordt persvrijheid nl gezien als synoniem van het recht op vrije meningsuiting. De persvrijheid bestaat echter bij de gratie van het recht op vrije meningsuiting. Dat de media – lokaal en internationaal – ook zo machtig zijn, komt doordat dit recht, voor de pers althans, praktisch onbegrensd is. In principe kan de pers dit recht misbruiken, bv door de informatie via de filter van eigenbelang te censureren en anderen aldus het recht op vrije meningsuiting te ontnemen. Of door mensen via systematische insinuaties kapot te schrijven, door grof taalgebruik tot norm te verheffen, door conflicten om politieke doeleinden aan te wakkeren, of zelfs door het stemgedrag van burgers regelrecht te beïnvloeden en zo de tempel der democratie te schenden.
Komt het allemaal bekend voor? Toch mag u niet hardop zeggen dat die macht eens nader bestudeerd moet worden, want dat zou een onvergeeflijke zonde zijn. En dat is vreemd. Want kan men een grotere strop voor de democratie bedenken dan een law of the jungle in medialand die de cultuur van de survival of the fittest bevordert? Waarom kunnen geen voorwaarden gesteld worden aan de manier waarop de pers met dat recht omgaat, om verder misbruik te voorkomen? Niemand pleit voor een beperking van de persvrijheid, noch direct, noch indirect, en nog minder voor een beperking van de vrije meningsuiting. Maar moet er – juist vanwege het belang daarvan – geen persstelsel overwogen worden dat over de toepassing van die vrijheid waakt? Net zoals er een rechtsstelsel bestaat dat de kwaliteit van de rechtspleging bewaakt?
Onze rechtsstaat die het recht als hoogste gezag handhaaft, is net zo belangrijk voor de democratie als het recht van vrije meningsuiting. De pers is dan ook erg blij dat er een rechtsstelsel is om de macht van die zwarte jurken binnen de perken te houden. Men klaagt niet dat de regels voor rechters, officieren van justitie, politiemensen en andere schakels in het systeem, de rechtsstaat in gevaar zouden brengen. Integendeel, ze voegen er een stuk geloofwaardigheid aan toe hetgeen de democratie alleen maar ten goede komt. Waarom zou de vrije wereld dan vergaan als we ‘piep’ over de media zeggen? Het lijkt een onbegonnen weg. Maar niet geschoten is altijd mis en iemand moet het goede voorbeeld geven. Bij deze dus: piep.