De meeste analyses die ik heb geschreven, hebben te maken met het onderwijs. De eerste daarvan was ‘Kinderen gegijzeld in een ideologische strijd’ die op 3 september 1993 in de Ñapa van de Amigoe verscheen. In 2017 volgde een artikelenreeks in het AD over vijf jaar Funderend Onderwijs. En in 2024 een stukje vergeten geschiedenis over de schipbreuk van ons onderwijs.
Curaçaose kinderen gegijzeld in ideologische strijd
Theoretisch leren de kinderen een vaardigheid die aansluit bij hun ervaringswereld. Maar in de praktijk wordt hun ervaringswereld juist aan banden gelegd, om de simpele reden dat er niet genoeg boeken zijn.
Bula ku ala di manteka – 15 jaar Funderend Onderwijs (deel 1)
Dat er dringend iets aan het onderwijs moest gebeuren, was overduidelijk. Of het op zo’n kolossale manier moest, kan met een volmondig nee worden beantwoord.
Bula ku ala di manteka – 15 jaar Funderend Onderwijs (deel 2)
Leerkrachten waren over het algemeen zeer ontevreden over de hoeveelheid materiaal die ze tot hun beschikking hadden. Om hun leerlingen goed onderwijs te kunnen geven, moesten ze veel materiaal zelf ontwikkelen.
Bula ku ala di manteka – 15 jaar Funderend Onderwijs (deel 3)
De leerkracht moest voor een gedifferentieerd aanbod zorgen dat op de persoonlijke leerbehoeftes en leerniveaus aansloot. Het FO leverde echter geen materiaal aan om met de verschillen tussen de leerlingen om te kunnen gaan.
Bula ku ala di manteka – 15 jaar Funderend Onderwijs (deel 4)
Aan de ene kant wordt gepleit voor beter technisch onderwijs, en aan de andere kant naar zoveel mogelijk integratie van het beroepsonderwijs en het algemeen vormend onderwijs.
Schipbreuk in het onderwijs
Waar het om gaat, is het recht van alle kinderen, ook van kinderen die van huis uit Papiaments spreken, om het hele onderwijs te kunnen volgen. Het recht om de taal die ze nu daarvoor nodig hebben, goed te leren beheersen om de school succesvol af te ronden.
De Raad van State publiceerde een krachtig pleidooi voor een betere onderlinge samenwerking en meer wederzijds begrip binnen het Koninkrijk, ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van het Statuut. Behalve hoopvol is de boodschap vooral verfrissend. Want over de hele linie was constructieve samenwerking de afgelopen decennia ver te zoeken. Ook leek Den Haag weinig zin te hebben in goed bestuur op de eilanden, alle bestraffende woorden ten spijt.
Een kijk in de gebroken spiegel van het Statuut
We hebben ons weinig flatteuze imago deels zelf gevoed door een soms opportunistische levenshouding. De consequenties legden we bij Nederland op de mat en eisten inspraak in de manier waarop zij het moeten oplossen.
Een heel ander thema, maar ook tijdloos, betreft een uitspraak van de Raad van Toezicht op de Advocatuur in December 2014. De Deken van de Orde van Advocaten had bij de Raad een klacht tegen een advocaat ingediend, omdat die de gedragsregels van de advocatuur zou hebben geschonden. De argumenten van de Raad leidden tot het nieuwe inzicht dat men elkaar publiekelijk gerust tot op het bot mag grieven, zolang je het juridisch slim doet.
Nieuw inzicht
Bij iedere klacht bond de Raad van Toezicht juridische schaatsen onder om na lastige pirouettes tot een oordeel te komen.